top of page
scrubbing 2.jpg

Wie moet welke maatregelen nemen tegen legionella? 

1. Hoogrisico-inrichtingen

​

Hoogrisico-inrichtingen zijn alle voor het publiek toegankelijke inrichtingen

die gericht zijn op de behandeling, verzorging of huisvesting van gevoelige

personen.

 

Gevoelige personen zijn personen met ernstige immuunsuppressie, kanker,

ernstig nierlijden, aids, diabetes of chronisch longlijden. Ook personen

boven 65 jaar en rokers worden onder de gevoelige personen gerekend.


Praktisch betekent dit dat alle ziekenhuizen, woon-en zorgcentra (WZC),

rust- en verzorgingstehuizen (RVT), serviceflats (SF), psychiatrische centra

(PC), dagverzorgingscentra, dagcentra voor palliatieve verzorging en centra

voor herstelverblijf onder deze wetgeving vallen.

​

Verplichting

​

  • bij de verbouwing van de watervoorziening wordt rekening gehouden met het Legionellabesluit;

  • er moet een legionella beheersplan worden opgesteld van de watervoorziening;

  • de standaard beheersmaatregel om legionellagroei te beperken is temperatuurbeheersing;

  • indien de watervoorziening als preventiemaatregel wordt gespoeld met water op hoge temperatuur, moeten de maatregelen die genomen zijn om het risico op verbranding bij personen tegen te gaan, in het legionella beheersplan worden opgenomen;

  • het beheersplan moet uitgevoerd worden, waarbij de genomen maatregelen en bijhorende relevante gegevens genoteerd worden in een register. Dat register is steeds voor de toezichthoudende ambtenaar beschikbaar ter inzage;

  • verplichte staalname (volgens de frequentie bepaald in het beheersplan);

  • bij aanpassingen aan de watervoorziening is er steeds een conformiteitsattest ter inzage beschikbaar voor de toezichthoudende ambtenaar.

​

Bij exploitanten van nieuwe hoogrisico-inrichtingen moet de watervoorziening gebouwd en geëxploiteerd worden volgens BBT, staalname is in dit geval niet verplicht. Verder dienen zij ook bovenstaande maatregelen te nemen.

 

2. Matigrisico-inrichtingen

​

Matigrisico-inrichtingen zijn alle voor het publiek toegankelijke inrichtingen

met een collectieve warmwatervoorziening. Potentieel moet de

warmwatervoorziening betrekking hebben op vijftien of meer personen per

dag, met uitzondering van de werknemers die aanwezig zijn.

 

Het is een zeer ruime groep waaronder volgende inrichtingen kunnen vallen:

sporthallen (ook in scholen), horeca (met inbegrip van hotels, motels,

pensions, campings, vakantieparken, groepsaccommodaties, B&B’s en  

conferentiecentra), jeugdverblijfplaatsen, zwembaden, gevangenissen,

asielcentra, studentenhomes, inrichtingen voor de opvang van

gehandicapten, Kampeerterreinen, Jachthavens, Truckstops &

benzinestations e.d. met openbare douches ...

​

Uitzondering: Bij matigrisico-inrichtingen met minder dan 40 potentieel

blootgestelde personen per dag wordt de wetgeving versoepeld. De boilers

moeten op 60°C worden gehouden en jaarlijks moet de watervoorziening

worden onderhouden. Ondermeer kleinere sportaccommodaties worden

hiermee grotendeels ontzien. Nieuw is ook dat voor de

matigrisico-inrichtingen een conformiteitsattest voor doe-het-zelvers

bekomen kan worden bij de drinkwatermaatschappijen. In die gevallen moet

dus niet noodzakelijk een erkend installateur aangesproken worden.


Verplichting

​

Exploitanten van bestaande matigrisico-inrichtingen moeten rekening houden met volgende maatregelen:

  • bij de verbouwing van de watervoorziening wordt rekening gehouden met het Legionellabesluit;

  • er moet een beheersplan opgesteld worden;

  • de standaard beheersmaatregel om legionellagroei te beperken is temperatuurbeheersing;

  • indien de watervoorziening als preventiemaatregel wordt gespoeld met water op hoge temperatuur, moeten de maatregelen die genomen zijn om het risico op verbranding bij personen tegen te gaan, in het beheersplan worden opgenomen;

  • het beheersplan moet uitgevoerd worden, waarbij de genomen maatregelen en bijhorende relevante gegevens genoteerd worden in een register. Dat register is steeds voor de toezichthoudende ambtenaar beschikbaar ter inzage;

  • verplichte staalname;

  • bij aanpassingen aan de watervoorziening moet er steeds een conformiteitsattest ter inzage beschikbaar zijn voor de toezichthoudende ambtenaar.

​

Bij exploitanten van nieuwe matigrisico-inrichtingen moet de watervoorziening gebouwd en geëxploiteerd worden volgens BBT, staalname is in dit geval niet verplicht. Verder dienen zij ook bovenstaande maatregelen te nemen.

​

Andere dan sanitaire installaties (koeltorens, klimaatregelingssystemen, tandheelkundige units, exposities) worden niet meer ingedeeld in risico categorieën. Het betreft watervoerende installaties, die in het kader van een bedrijfsproces worden toegepast en waarbij aerosolen kunnen vrijkomen. Dit zijn zeer uiteenlopende installaties zoals installaties voor luchtbevochtiging, brandblusinstallaties, nooddouches, oogdouches, spoel- en wasmachines, beregeningsinstallaties, gaswasinstallaties, klimaatbeheersingsruimtes, riool-waterzuiveringsinstallaties, afvalwaterzuiveringsinstallaties, fonteinen en andere waterobjecten die bij het bedrijf horen, autowasinstallaties en watersystemen bij tandartsen.

 

3. Koeltorens


Inrichtingen en bedrijven met koeltorens vallen onder het Legionellabesluit

en worden beschouwd als een aparte risico categorie.
Een koeltoren wordt gedefinieerd als een systeem dat toelaat warmte van

een proces naar de omgeving af te voeren, waarbij water rechtstreeks in

contact wordt gebracht met de lucht en waarbij aerosol kan ontstaan.


Meerdere koeltorens die eenzelfde proces bedienen, zelfs al worden ze

trapsgewijs ingeschakeld, worden beschouwd als één enkele koeltoren.
 

Verplichting

​

Exploitanten van bestaande koeltorens moeten volgende algemene

maatregelen nemen:

  • opstellen van een beheersplan;

  • melden van de inrichting bij de afdeling Toezicht Volksgezondheid van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid;

  • bij aanpassingen aan de koeltoren dient er steeds een conformiteitsattest ter inzage aanwezig te zijn.

 

Exploitanten van nieuwe koeltorens moeten deze maatregelen eveneens nemen. Bijkomend wordt voor hen echter opgelegd dat de koeltoren moet gebouwd en geëxploiteerd worden volgens de Best Beschikbare Technieken (BBT).


Verder zijn er nog specifieke bepalingen wat betreft staalname die afhankelijk zijn van het gebruikte suppletiewater (oppervlakte water, ander water) en het type van koeltoren (met natuurlijke trek, geforceerde trek).

 


4. Klimaatregelingssystemen met luchtvochtigheidsbehandeling, tandheelkundige units en exposities

​

Tenslotte zijn er ook nog klimaatregelingssystemen met luchtvochtigheidsbehandeling, tandheelkundige units en exposities. Ook hiervoor worden maatregelen opgesomd in het Legionellabesluit. De te nemen maatregelen zijn afhankelijk van de individuele installatie en moeten beschreven worden in een op te maken risicoanalyse en beheersplan.

​

Een klimaatregelingsysteem met luchtvochtigheidsbehandeling met waterinjectie is een systeem dat de vochtigheidsgraad van de lucht die binnen het gebouw verspreid wordt, regelt door rechtstreeks contact met water.


Verplichting

​

Exploitanten van inrichtingen met bestaande klimaatregelingsystemen met luchtvochtigheidsbehandeling moeten volgende maatregelen nemen:

  • Opstellen van beheersplan;

  • Het geïnjecteerde water mag niet warmer zijn dan 25°C;

  • De watertemperatuur moet continu worden gevolgd;

  • Er mag enkel koud water gebruikt worden dat bestemd is voor menselijke consumptie;

  • Stagnatie van het water moet worden vermeden;

  • Zesmaandelijks moet de installatie gereinigd worden met desinfecterende middelen;

  • Staalname is verplicht wanneer de temperatuur van het geïnjecteerde water gemiddeld meer dan 25°C bedraagt gedurende 14 opeenvolgende dagen.

​

Voor klimaatregelingsystemen die ten vroegste 6 maanden na de inwerkingtreding van het Legionellabesluit in gebruik genomen werden, wordt stoombevochtiging toegepast.

​

Voor de sanitaire installaties, de koeltorens en de klimaatregelingssystemen bestaat er een staalnameverplichting die verbonden is aan drempelwaarden en acties.

 


5. Preventie op het werk: alle infrastructuur met aerosolvormende tappunten


Federale wetgeving legionella: In de Codex Welzijn op het werk is titel V, hoofdstuk 3 gewijd aan biologische agentia. Dit KB (KB van 4 augustus 1996, BS 1 oktober 1996, gewijzigd op 29 april 1999, BS 7 oktober 1999) legt een wettelijk kader vast voor de preventie van risicovolle blootstellingen aan biologische agentia.

​

Onder "biologische agentia" wordt verstaan: micro-organismen (met inbegrip van genetisch gemodificeerde), celculturen en menselijke endoparasieten die een infectie, allergie of intoxicatie kunnen veroorzaken. De omschreven verplichtingen komen overeen met de klassieke benadering van risicoanalyse: inventarisatie van de gevaren, evaluatie van het risico en formulering van beheersmaatregelen. Ter ondersteuning van de risicobeoordeling verdeelt het KB de micro-organismen onder in vier klassen in functie van hun kans op ziekteverwekking, hun kans op verspreiding onder de bevolking en het al dan niet aanwezig zijn van een adequate behandeling. Legionella Pneumophila wordt bestempeld als een microagens behorende tot de tweede gevaarsgroep. Het gaat om een agens dat bij de mens een ziekte kan veroorzaken en een gevaar voor de werknemers kan opleveren. Het is onwaarschijnlijk dat het zich onder de bevolking verspreidt en er bestaat gewoonlijk een effectieve profylaxe of behandeling. Deze classificatie houdt echter geen rekening met de ernst van de ziekte die het micro-organisme kan veroorzaken. Ingeval van Legionella Pneumophila is de ernstgraad groot gezien de ziekte in bepaalde gevallen een dodelijke afloop kent.

​

Bij de evaluatie van het risico is het verder belangrijk kennis te hebben van potentiële opnamewegen en van omstandigheden die verspreiding stimuleren. Legionella ontwikkelt en vermenigvuldigt zich optimaal in een waterig milieu bij temperaturen tussen 25°C en 50°C. Door blootstelling aan een aerosol van besmet water kan een kritische opname door inhalatie optreden.

​

Het KB omschrijft een reeks van beheersmaatregelen die de werkgever moet nemen. Deze beheersmaatregelen zijn voornamelijk gericht op arbeidsomstandigheden die een bewuste manipulatie van materialen die gecontamineerd (kunnen) zijn met biologische agentia, met zich meebrengen.


Deze reglementering heeft de vrijwaring van de veiligheid en gezondheid van werknemers tot doel. De verantwoordelijkheid voor bezoekers die gebruik maken van bepaalde faciliteiten is echter niet sluitend geregeld.

​

​

Twijfelt u of uw gebouw of installatie tot 1 van deze categorieën behoort?

Bel ons op +32 9 242 58 39 of mail naar info@aquadomo.be

Matigrisico inrichtingen.png
Koeltorens.png
bottom of page